Dinsdag 24 april Amargosa Valley - Palm Springs



Het bed ligt goed, maar er zitten wel hele hoge springveren in. Wel een halve meter. Niet overdrijven, Jen, maar zeker 30 cm, dus als Jan zich omdraait, vlieg ik bijna uit bed. Soms is het te warm, maar we wilden ook weer geen airco aan doen, want dat is een stuk rustiger.
We hebben nu The Weather Channel aan en als we zien wat er achter ons aan komt, veel regen, op plaatsen waar we geweest zijn, dan hebben we het bepaald niet slecht getroffen. Misschien was het wat koud, maar daar kun je je op kleden en de storm was jammer, maar ook niet verschrikkelijk. Volgende week komt erin het westen, waar we naartoe gaan, ook veel wind aan en mogelijk regen.

We vertrekken om 8.15 uur. Als we de sleutel in willen leveren is er niemand  bij de receptie, dus leggen we hem op de balie en gaan. Een aantal mijl verderop bedenk ik me dat we nu ook de $ 5,- borg voor de sleutel niet teruggekregen hebben. En ik had in het winkeltje een paar oude kaarten van Las Vegas willen kopen, d.w.z. nieuwe ansichtkaarten, maar met oud Las Vegas erop. En dat vind ik zo leuk. Helaas, pindakaas. 

Na het tanken, 16 mijl de verkeerde kant op, op weg naar Palm Springs, onze eindbestemming vandaag, komen we dus weer langs het hotel. Even naar binnen en alsnog de borg teruggekregen. Geen probleem. Ze blijven maar scoren hier. En ik mijn kaarten gescoord!





Een paar mijl verderop rijden we (weer) onze 10e staat in: Californië. We hebben toch wel honger en dus halen we in the middle of nowhere de stoeltjes uit de auto op een parkeerplaats en nuttigen we de muffins. De temperatuur is heerlijk en op een paar motorrijders na, ook heerlijk stil. Alleen een leuk beest ontbreekt. 
We gaan verder over de 127. Het eerste stuk is nog een beetje Death Valley-achtig, maar al snel wordt het saai. We hebben ons erop ingesteld dat de hele weg zo blijft, maar dat is niet zo. Ten eerste zitten er aardig wat bochten in de weg en het is zeer afwisselend qua natuur. Allerlei kleuren bergen en lage begroeiing en als we het Mojave National Preserve in rijden wordt het almaar mooier. We genieten van de rit. Maar ook hier, geen beesten. Een heel enkele keer rent er een roundtailed squirrel over de weg. Het wegdek is verrassend goed en het is niet druk. Bij Amboy rijden we een klein stukje over Route 66 en zo waar, het lukt me om het sign op de weg te fotograferen. Niet optimaal, maar ik ben tevreden. Aan het eind van het stukje (voor ons dan) zien we Amboy Crater. Dat is een bijzonder gezicht en links ervan zijn zandduinen.
Amboy Crater is een uitgedoofde vulkaan van het type sintelkegel in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië. De 288 meter hoge sintelkegel steekt zo'n 75 meter uit boven een 70 km² groot lavaveld (Lava Field genaamd) in de Mojavewoestijn, zo'n 4,5 km ten zuidwesten van het spookstadje Amboy langs de historische Route 66 in San Bernardino County.
De sintelkegel is vermoedelijk ongeveer 79.000 jaar oud en barstte – opnieuw vermoedelijk – 10.000 jaar geleden voor het laatst uit. De vulkaan en het lavaveld werden in mei 1973 erkend als Amboy Crater National Natural Landmark. Wandelaars kunnen naar de kam van de vulkaan en in de krater wandelen.













Vervolgens komen we over zo'n kaal stuk als we nog nooit gezien hebben. Er groeit helemaal niks, nul komma nul. Het blijkt dat hier een bedrijf is wat chloride uit de grond haalt. Het levert keurige, zandkleurige bergjes op. In eerste instantie lijkt het een bijzonder natuurverschijnsel, maar het is gewoon mensenwerk.
Dan rijden we langs een stuk met hier en daar een (soort) woning. Het ziet er desolaat uit. De weg zit vol met van die asfaltstrepen van reparaties en het zou zo decor kunnen zijn voor een film waarin iets engs gebeurd is.  

Dan naderen we 29 Palms. Ze hebben er meer dan 29. Niet dat ik ze geteld heb, maar dat kan ik zo wel zien. Je rijdt vrijwel ongemerkt Joshua Tree NP in. Het begint met een goed verstopt visitor center. Niet zo groot. We kopen niet het boek voor de verzameling, want de portemonnee ligt nog in de auto. Verderop laten we onze Annual Pass zien en zijn we "echt" in het park. Het is een verrassend park. Wel denk ik dat je er wandelingen moet maken om de bijzondere dingen te doen. Wij hebben het op zijn Amerikaans gedaan. Af en toe stop je en een paar stappen uit de auto en dan weer verder rustig doorrijden.
We lunchen met de wraps die we vanochtend in het hotel gekocht hebben. De picnickplaats bij Jumbo Rocks is mooi en rustig. Even genieten. Campers mogen hier niet komen. Voordeeltje van de auto dus. 















We rijden de onverharde weg naar Big Horn Rock. Dat kan ook niet met de camper. Ondanks het wasbord rijdt het vrij rustig. Het is een mooie omgeving. Ik had verwacht dat de "Jumbo rotsen" alleen rond de picknickplaats zouden zijn, maar het gaat maar door. De Joshua Trees zijn in eerste instantie in de minderheid, maar later worden het echte bossen, al staan ze wel een eind uit elkaar. Ondanks dat het lekker rijdt in de auto en er zeker voordelen zijn, mis ik de camper. Ruim 50 jaar kampeerervaring en -plezier poets je niet in een paar dagen weg. 


Western Scrub Jay















We rijden rustig verder door het park. Het stond nooit als echte bestemming op het programma, maar wel als mooie weg op weg naar Palm Springs. Daar voldoet het ruimschoots aan. We vermaken ons er ruim 2 uur uitstekend.

Daarna is het nog maar ongeveer 45 minuten naar Days Inn in Palm Springs.  
Voor en rond de oprit naar de I 10, die we maar een heel klein stukje op hoeven, staan een enorme verzameling windmolens. Ongelooflijk veel. 





Een paar keer links, rechts, dan zijn we bij het hotel om 16. 15 uur. We worden niet onaardig, maar ook niet heel vriendelijk ingecheckt. We hebben kamer 127, aan de parkeerplaatskant. Handig, de auto voor de deur. We gaan na het uitpakken even rustig zitten met een biertje en bedenken hoe we het verder doen vandaag. Jan ziet op internet dat er 0,4 mijl verderop een pizzeria is. Dat moet het maar worden dan. Dat kunnen we lopen en hoeven we niet een wijntje te laten staan.



Morgen hebben we een heel korte reisdag (2 uur) en staat er verder niets op het programma, behalve de koffers ompakken. We bedenken nu dat we dan morgenochtend hier nog even bij het zwembad kunnen zitten met een boek. We hoeven pas om 11 uur weg en dan in Burbank evt. weer. Wordt een lui dagje dus, zoals het er nu uitziet. 

We zijn toch maar even naar het zwembad gegaan. Even in de hottub, 40⁰ C. Het was er erg rustig, maar 1 ander stel. Lekker even bubbelen en daarna een baantje in het zwembad. Toen wilden we even lezen in het zonnetje, maar Jan z'n e-reader was leeg, dus zijn we weer naar de kamer gegaan. Naast het bed was een stopcontact, maar daarvoor was het snoertje te kort. Toen zagen we dat de schemerlampen allebei 2 stopcontacten hebben. Ideaal, lezen en laden tegelijk.





Voor het eten zijn we naar restaurant Venezia gelopen. Een beetje Amerikaan was met de auto gegaan, maar het was heerlijk weer, dus waarom niet lopen. Het was er niet druk en het leek erop dat de eigenaar echt Italiaans was. Hij had zich in elk geval een zwaar Italiaans accent aangemeten. Hij kwam iedereen persoonlijk een hand geven. Niet zo moeilijk, want er zat maar een man of 10 hooguit. We hebben allebei een pizza Capriciosa genomen. Die van mij was eerder klaar dan die van Jan, maar omdat hij altijd sneller eet dan ik, was dat geen probleem. Het smaakte prima.




Weer thuis hebben we nog een aflevering van Chicago gekeken. Het bed ligt lekker. In elk geval om op de laptop een serie te kijken.