Zondag 15 april Palo Duro Canyon State Park - Santa Fé



Na een koude nacht, waarin we toch goed geslapen hebben, kleed ik me aan voor de kachel, zoals vroeger thuis. Gisteravond al gedoucht, dus we kunnen na het ontbijt snel weg. 297 mijl voor de boeg en we willen een beetje op tijd aankomen. We hoeven alleen de stroom af te koppelen en de leveler in te pakken. Om 07.50 uur rijden we van de plek. Het wonder is geschied. Het is windstil en we hebben weer een prachtig strakblauwe hemel. Het is roetkoud, maar het zou vanmiddag aangenamer worden. Vlak voor we het park uitrijden zien we op de valreep toch nog een (half)wilde longhorn en 4 herten, samen een kudde vormen. Een longhorn met een identiteitscrisis?. Verspreid over een aantal Texaanse State Parks loopt een kudde longhorns. Ze worden bijgevoerd zodat het publiek de koeien kan zien zoals die jaren geleden rondliepen om zo de geschiedenis levend te houden. 








Als we de canyon uitkomen is het net of we in een film spelen. We zijn overlevers van een of andere ramp en komen weer boven de grond. Dan zien we dat alles verder weg is (de plains).

Via een vrijwel lege I 25 rijden we richting Amarillo. Wat een rust, zo zonder die storm. Iets buiten Amarillo ligt aan de linkerkant van de weg de Cadillac Ranch. We nemen de eerstvolgende afslag, 62 B, en rijden een stukje terug. Er staan best al een aantal auto's geparkeerd. We lopen naar de in de grond ingegraven auto's, 10 stuks en vinden het nog best koud. Het kunstwerk bestaat uit een groep oude, beschilderde Cadallic's die achter elkaar verticaal – met hun neus – in de grond staan. Ant Farm, een groep kunstenaars, creëerde het kunstwerk in 1974. Hiervoor werden zowel oude als nieuwe, werkende Cadillac's gebruikt. Elke auto vertegenwoordigt een ontwikkeling van de Cadallic, voornamelijk die tussen 1949 en 1963. Het is wel grappig om te zien en er ligt ook nog een blauwe spuitbus waarmee we ons handelsmerk JoJo® onder op de laatste (of eerste) auto spuiten. Nog wat foto's en snel naar de camper want je krijgt hier in dat open veld enorm koude handen.
















Naarmate we de grens van New Mexico naderen, wordt het landschap een fractie glooiender en hier en daar groeien er wat lage struikjes. Bij het passeren van de staatsgrens gaat de klok een uur terug. We hebben nu 8 uur tijdverschil met Nederland. 






Bij Tucumcari, wat er overigens aardig uitzag, met veel oude reclames bij o.a. de motels, slaan we rechtsaf de 104 op, die we nog 106 mijl volgen. Het is een heel afwisselende weg, zowel qua natuur als qua wegdek. In het begin zie ik rechts 4 pronghorns staan. Ik had het niet verwacht en dus te laat voor een foto. Een stuk verderop liggen er 2 in het (gele) gras. Door hun goede schutkleur zie ik ze te laat en dus weer geen foto. Wel zien we 2x een groepje kalkoenen op en langs de weg. Wat een hoop kalkoenen hebben we nu al gezien en het is nog niet eens Thanksgiving.







De rode rotsen maken plaats voor een iets bossiger stuk en later komen we weer op een soort plains, maar dan heuvelachtig. Soms komen we door een dorp. Van die dorpen waarvan je zegt, het mag geen naam hebben, maar toch hebben ze een naam. In 1 geval was er zelfs een postkantoor. 
Bij een kapotgeschoten Historical Marker stappen we even uit. In de verte zien we een berg met een besneeuwde top. Waarschijnlijk is dit de Santa Fe Baldy, 12622 ft. Het is op dit moment volkomen windstil en verder is er ook niks te horen. Wat een genot na die eindeloze wind. 
Bij Las Vegas NM gaan we de I 25 op, naar Santa Fe. Hier zijn de bomen weer een stuk kaler dan de afgelopen dagen. We zitten dan ook een stuk hoger. 



Om kwart over 1 komen we aan op Rancheros de Santa Fe. Er zijn nog 2 wachtenden voor ons. Alle full hookup plekken zijn bezet, maar wij zijn sowieso tevreden met E/W. Dat is goedkoper en dumpen is geen werk. We krijgen plek 37, op de hoek. Het is een iets minder mooi plekje dan ik verwachtte, maar we zijn de afgelopen dagen dan ook erg verwend geweest en dit is gewoon een commercieel terrein. Er is in wezen niks mis mee. We staan onder de naaldbomen.





De thermometer bij het sanitairblok, die in de schaduw hangt, geeft 69⁰ (20,5) aan. Uit de wind is het dan ook best lekker, maar niet om buiten te zitten. We koppelen aan, vullen de tanks en bekijken dan het weerbericht voor de komende dagen. Dat hadden we andersom moeten doen, want we zien dat we, niet vandaag en morgen, maar daarna, flink nachtvorst krijgen. Dan hadden we de tanks beter leeg kunnen laten. Maar gedane zaken nemen geen keer, dus gaat Jan op internet op zoek naar een handigere manier om ze leeg te krijgen. Het internet werkt hier prima en ik bekijk mijn appjes. Ook een van Idse met een vraag en i.p.v. terug te appen bellen we even. Wel zo gezellig en handig. 

Jan heeft in een reisverslag van iemand anders iets gevonden en schroeft de plaat onder het bed los. Daar zit niks. In de badkamer ook niet en ook niet onder de ene bank. Als laatste is de 2e bank, achter de cabine, aan de beurt en daar zit de tank. Het is op het eerste gezicht ook niet te zien of er een kraantje zit, maar na wat puzzelen blijkt het toch aangesloten op het kleine kraantje aan de buitenkant. Vreemd dat daar gisteren dan niets uit kwam. Misschien omdat we op citywater aangesloten waren. Dat zijn gescheiden circuits en er zal vast een klepje ergens tussen zitten. 





We besluiten de tanks vandaag een heel eind leeg te laten lopen en morgen op de camping bij El Morro, Ancient Way Café RV Park, de rest te doen. Daar hebben we een full hookup. Vanmiddag per mail gereserveerd en meteen antwoord gekregen. We doen de was, wat ik in Amerika altijd heel spannend vindt. Niet het wassen, maar het drogen is voor mij een nachtmerrie. Het kost $ 3,- voor de wasmachine, $ 1,25 voor de droger en $ 0,48 voor het wasmiddel. Ik stop mijn sokken, echt waar. Als we samen het reisverslag van DeKuipertjes zitten te lezen, van hun wegbreng El Monte (geen problemen?), wordt er geklopt. Brian, de camphost, zegt dat we gereserveerd hadden en plek 36 gekregen hadden, maar nu op 37 stonden, omdat we niet gezegd hadden dat we gereserveerd hadden. Wij dachten dat het niet gelukt was, wat we kwamen er niet door. 
Voor het eten kan lekker de bbq weer aan en na de afwas installeren we ons op bed met de laptop voor onze dosis Chicago en ijs. Het is hier vroeg donker.