Donderdag 19 april Seligman - Laughlin



Het was weer een koude nacht. Onze laatste als het goed is. Het zo 3⁰ worden. Geen kachel vannacht, wel diep onder de dekens. Van de treinen hebben we geen last gehad. Of ze reden niet, dat kan natuurlijk ook. Behalve die ene die bleef toeteren. 00.53 uur was het. Overigens de enige trein die we überhaupt hebben horen toeteren. De rest rijdt rustig voorbij. 

Bij het opruimen van de tafel laat Jan het schijfje waar onze series op staan, vallen. Helaas, die doet het niet meer. Dan moeten we ons 's avonds met ons boek vermaken. Shit happens. Het raakt nu overigens wel helemaal bewolkt. Niet dik, maar geen zon. Waar wij naartoe gaan zou het beter moeten zijn.

Om 5 voor 8 rijden we van de plek en horen een boem. Wat valt er nu weer om? Dat heb je nl. nogal eens in een camper. Straks maar even kijken. Voordat we bij de vuilnisbak zijn, zie ik in de spiegel de camphost hollend en zwaaiend achter ons aan komen. Blijkt dat we vergeten waren de stekker eruit te halen. That's a first. "The joy's of RV-ing", zegt de camphost. We zullen dus wel niet de enige zijn.

Take two. Op weg naar Kingman in eerste instantie, via Route 66 natuurlijk. Het is een saai stuk in het begin. Meteen in Seligman is wel een leuk authentiek dingetje te zien, maar daarna mijlen lang alleen kale vlaktes. Nog wel af en toe de borden van Burma Shave met de rijmpjes.











De wind put nog steeds genoegen uit stevig waaien. Op een gegeven moment wordt het landschap wel een stuk interessanter. In Kingman gaan we eerst naar de Saveway voor flesjes water voor als we straks geen camper meer hebben en nog een vleesje voor de laatste campermaaltijd van de week. Ik neem nog een schrift mee voor het verslag, want mijn kladschrift is zo goed als vol en we gaan gelukkig nog niet naar huis. Dan een schijfje voor de back-up kopen en dus staan we weer in een Walmart. Pfff. 
Volgende stop is het Route 66 museum aan de Andy Devine Avenue. Eerst zien we het niet, maar het blijkt in hetzelfde gebouw te zitten als de tourist information. Voor $ 7,- (1 adult en 1 senior) mogen we naar binnen en ook nog gratis naar het Bonelli House Museum als we dat willen. Dat willen we niet, maar het kan wel. Het blijkt een klein museumpje te zijn met vooral info over de weg zelf en minder, zoals ik gehoopt had, dingen uit de glorietijd 50's en 60's. Wel interessant, maar je bent er zo doorheen. Beneden is een film van een uur. Die hebben we overgeslagen. Ook is er een tentoonstelling van elektrische auto's. De eerste is al van begin vorige eeuw. Een uit 1962 had een actieradius van 45 km. Afgezet tegen wat elektrische auto's tegenwoordig kunnen, vind ik dat best veel.












Hierna zien we al snel de afslag naar Oatman. Route 66 is hier in niet zo'n beste staat. We rijden door kale stukken waar het af en toe licht glooit. Dat zijn vooral de washes die nu droog staan, maar waar de weg overstroomt bij een flinke bui. Voor ons, in de verte, de bergen van de Black Mountains. Aangegeven staat dat vrachtwagens e.d. boven de 40 ft. niet over de berg mogen. We zien rijtjes brievenbussen van huizen, meestal barak-achtige gebouwtjes of trailers. Er komen veel yucca's in beeld en dan gaan we de bergen in. Dit is een onverwacht prachtige weg. Staat de Independence Pass in Colorado hoog in de top 10 van engste passen in Amerika, dan zijn ze deze toch zeker vergeten. Misschien staat hij er wel in hoor, ik ken hem niet uit mijn hoofd. Niet dat Jan het eng vindt, hij vermaakt zich prima, maar de weg is smal, er is geen vangrail, ernaast is een flinke diepte en hij is bochtig. Er is zelfs een hele echte haarspeldbocht zoals wij die in de Alpen kennen. Wat mooi is het hier.
































Aan de andere kant van de Sitgreaves Pass, 1113 m. komen we na een poosje bij Oatman aan. We zien op de berg een bord met pas op: burro's next 6 miles. Nou, geen ezel te zien. Dat is altijd als er een bord staat. Dat weet het wild, dan laten ze zich niet zien. Maar in Oatman zelf blijkt dat gelukkig toch heel anders te zijn. Het is er overigens hartstikke druk; het lijkt wel hoogseizoen. En inderdaad blokkeren ezels (burro's) de weg. Voor ons rijdt een UPS-busje en die heeft maar te wachten tot hij erdoor kan. 




King of the road
Het dorpje zelf is een westerndorpje wat echt enorm toeristisch is, maar o zo leuk. We kunnen aan het eind van het dorp de camper makkelijk parkeren en lopen een stukje terug. Er is een groepje ezels wat bij elkaar staat. Je kunt voer kopen voor $ 1,-. Ze zijn wel wild, maar ook weer niet zo wild dus. En ook niet gek, want waarom zouden ze weggaan als ze daar als VIP's behandeld worden en zelfs de baas over de weg zijn. Beetje win-win-situatie dus. Zij profiteren van het dorp en het dorp profiteert van hun. We lopen te genieten. Het weer is heel aardig. Net zonder-jassen-korte-mouwen-weer. Het zijn een en al souvennirwinkeltjes en ook wij laten ons verleiden. Jan een riem en een pet en ik een t-shirt. We krijgen honger en zien een eettent met een aardige menukaart, Olive Oatman Restaurant and Saloon. Burgers en zo, maar toch leuk. We nemen allebei een Burro's Breath Burger, een met chips en een met friet. We hebben geen idee wat we krijgen, maar het klinkt zo leuk. Hij doet zijn naam eer aan, want er zit vers gebakken knoflook en rauwe ui op. Smaakt uitstekend. Goede keus.
























Oatman is ook decor geweest voor verschillende films. Dit was de school in How the West was won.


Hierna gaan we weer verder naar Bullhead City om te tanken en dan door naar Laughlin AVI/KOA. We verwachten nog een heel eind te moeten rijden, maar dat valt erg mee. We hadden eergisteren gereserveerd en krijgen plek 718 langs de golfbaan. De korting voor El Monte wordt teruggestort op de credit card. We staan met ons kleine campertje tussen 2 big rigs, helemaal in de schaduw. We worden er bijna claustrofobisch van. We gaan terug naar de receptie en vragen een andere plek. Geen probleem. We krijgen nu 751. Verderop in de straat. Hier staat niet direct iemand naast ons. Er zit een lege plek tussen en de plek lijkt breder, maar dat kan verbeelding zijn. 






718


751

Als we geïnstalleerd zijn, wandelen we naar het casino om te zien of we nog wat herkennen van de vorige keer. Sowieso is een casino altijd gezellig. We zien dat er een lange rij staat voor het buffet wat om 4 uur open gaat. Het is nu 10 voor 4. Je kunt hier van 4 - 8 eten. We herinneren ons ook weer hoe Idse in 2006 naar de wc ging toen we bij het buffet zaten en teruggebracht werd door een bewaker omdat hij niet alleen in het casino mocht zijn. Dat ze dan geen "veilige zone" maken om van het restaurant naar de wc te gaan. Het is om de hoek! 

Dan hebben we alles bekeken, incl. de fototentoonstelling over de geschiedenis van de familie die dit alles bezit, ook weer niet echt bezit, want er zit een erfpacht van 99 jaar op, ingegaan in 1964. We kunnen maar niet bedenken wat we eten vanavond, omdat we hier niet mogen bbq-en. Heeft niet met het weer te maken, mag nooit. We besluiten om toch in het casino te eten. Maar wat? Om iets voor half 7 vinden we dat we lang genoeg gewacht hebben en gaan terug. We nemen wel een pizzapunt of zo en zijn dan lekker vlug klaar en kunnen de rest van de avond luieren en in de camper douchen. Bij nader inzien vind ik pizza niet zo'n goed idee, omdat ik er vorige week last van mijn maag van kreeg. Op zoek naar wat anders. Bij de Moonshadow Grille hebben ze een 3-gangen menu en dan 2 voor $ 50,-, incl. een glas wijn. Duurder dan pizza, maar we gaan in de vakantie altijd 1x luxe uit eten. Dat wordt het dus. We worden gastvrij ontvangen en krijgen een booth toegewezen. We hebben zo zicht over de hele zaak, die lang niet vol is. Van waitress Jackie krijgen we water, brood en heerlijke warme doekjes voor de handen. En het menu, maar daar staat geen 2 voor $ 50,- bij. Alles is behoorlijk aan de prijs. Hoe zit dat? Waiter Danny is onze echte ober en ik vraag naar het 3-gangen menu. Dat is alleen van 4 - 6 zegt hij. Het is dan 10 over 7, maar hij gaat vragen of het nog kan. Geen probleem, het kan. Zou in Nederland niet lukken denk ik. We nemen de soep van de dag: chicken picata. Een gebonden, goed gevulde kippensoep, die erg lekker is, maar enorm vult. Dan de boneless pork met aardappelpuree met knoflook, een lekker jus-tje erbij en een paar gebakken champignons. Als groente geglaceerde wortels met een Jack Daniels glazuurtje erover. Smaakt allemaal prima, maar we kunnen het lang niet op. De huiswijn is een merlot die uitstekend smaakt. Eigenlijk zijn het 2 glazen, want het is een karafje. We krijgen een doggy bag. We zoeken ondertussen even wat op op internet, wat hier als een trein werkt en reserveren de tour voor de Neon Boneyard in Las Vegas. Ondertussen is er niet veel keus meer qua tijden, maar we hebben wat. Ook kopen we vast kaarten voor Universal, want die zijn online goedkoper dan ter plekke. Als toetje krijgen we een warme brownie met chocoladesaus, slagroom en ijs. Het ijs smaakt nergens naar, maar de rest is lekker. Maar waar laat ik het?? Ik eet tot ik echt ontplof en dan is er nog een stukje over. Zonde. Ik sleep me naar huis, want ik zit echt veel te vol. Dit duurde natuurlijk ook veel langer dan een pizzapunt, dus we zijn een stuk later thuis. Meteen maar even douchen. Dat hadden we in deze camper nog niet gedaan. Ik moet wel de douchekop vasthouden, anders sproeit hij over de deur de wc in, maar verder gaat het prima. Jan demonteert de slang natuurlijk, zet hem er anders aan en dan gaat het bij hem een stuk beter. Dan nog een aflevering van Chicago en dan gaat het licht uit.